Douwe’s Dilemma

Ein Mensch muss was.

“Had je nou echt een strafdubbel? Zo goed waren je harten toch niet? Het is 6K, 6R,6S en 6SA voor ons en jij moet zo nodig 4H dubbelen!”  Als altijd had hij gelijk, mijn maat. We zaten bij een Leffe onze bridgezonden te overdenken en te bespreken. Het ging om deze hand:

♠ H 6 5 2
♥ A
♦ H 10 9 5
♣ H 7 6 5.

Niemand kwetsbaar, ik opende in de eerste hand 1R. Dat is bij ons vrijwel altijd ongebalanceerd. Links paste en maat bood 2K, inverted minor. Hij is sterk en geeft aan dat we ruitenfit hebben. Rechts brulde 4H. Bridge is oorlog. Wat moet je nou met deze hand. 4SA bieden, omdat je beide minors hebt? 4S bij wijze van controle voor de ruiten? Passen en het aan je maat over laten? 5R, omdat we fit hebben en als maat niet overwaarde heeft zal dat het wel zijn. Man, man, wat een dilemma’s op een doordeweekse zondagmiddag. Uiteindelijk besloot ik om te dubbelen.

Het hele spel:

“Wat hadden jullie op dat spel met die achtkaart harten?”, vroeg ons nevenpaar in de auto op de terugweg. “500”, mompelde ik enigszins timide, “het is slem, ik weet het”. “Ah, dan hebben we daar nog 80 aan over gehouden. Bij ons zaten ze in 5R+1”. Biedverloop? Net zoals bij ons, maar daar bood West na de dubbel van Oost 5R. Tja, een mens moet wat! Een bridger ook.

Douwe van der Kooi