Douwe’s Dilemma

Douwe’s Dilemma’s 4.

Het kan zo maar gebeuren dat je op een doordeweekse dinsdagavond deze kaart in handen krijgt:

♠ 95 ♥654 ♦ AHV1074 ♣ V6

Als je in de eerste hand zit, zul je wel 1♦ openen. Maar wat te doen als je in de vierde hand zit, jij kwetsbaar, zij niet en er wordt drie keer gepast. Dat overkwam mij dus. Er is de regel van 15: je telt je punten op bij het aantal schoppen. Als je uitkomt op 15 of meer dan open je, en anders besluit je tot een rondpas. Een dubieuze regel, want ♥A H V B 10 9 8 7 6 5 4 3 2 ga je in de vierde hand na drie keer pas niet in het board stoppen, dunkt mij!

Enfin, ik kon tellen wat ik wilde, maar kwam niet verder dan 13. Passen dus?? Maar ja, die mooie zeskaart ruiten dan? Misschien 3♦ openen? Of gewoon 1♦? Ik besloot tegen beter weten in toch maar tot het laatste. We hadden al een stilzit en om dan allerlei handen te verpassen kan ook niet de bedoeling zijn van een avondje bridge. Links hield zich gelukkige stil en maat deed 1SA. Is niet zo’n gek contract, denk je. Het is immers paren en je hebt zo maar zes ruitenslagen. Je hebt al bijna je paskaartje tussen je vingers en dan zie je rechts 2♠ bieden. Au, daar was je al die tijd bang voor. Wat nu? Als je past ben je niet consequent bezig. Dat had je eerder moeten doen. 3♦? Dan komt er zeker 3♠. Wat een getob. Ik had spijt als haren op mijn kop (zijn er niet zo veel meer), dat ik had geopend.

Nu zat ik voor het tweede dilemma. Als maat een schoppenstop heeft dan is een sans contract wellicht een optie. En dus, de dood of de gladiolen: 3♠. Links dubbel (ook dat nog), en maat 4♣. Daar zat ik ook niet op te wachten. De tegenpartij had nu, na hun aanvankelijk zwijgen, de smaak te pakken, want rechts bood onvervaard 4♠. Ai,ai,ai. Al je angsten bij het eerste dilemma (wel of niet de boel openhouden) zijn uitgekomen. Ik startte mijn kijkaas. De dummy: ♠ HV104 ♥ HV9 ♦ 963 ♣ B94

Maat leek een driekaart te signaleren, dus de leider heeft een singleton. Wat nu? Het derde dilemma! Gelet op het 4♣-bod van mijn maat dacht ik klaver vrouw te moeten switchen. Fout, fout, fout! Nu werd het wel erg gemakkelijk voor de leider. Schrale troost was dat 4♠ altijd gewonnen kan worden, hoewel ruiten heer in slag 2 ons nog een kans had gegeven op 1 down. Alles fout gedaan op dit spel. Een 100%score ingeruild voor een (bijna)nul door niet eenvoudigweg op de vierde hand te passen. Moraal: Die regel van 15 is misschien toch zo gek nog niet.

(17 juni, spel 2)

Douwe van der Kooi